Van 26 mei t/m 3 juni ben ik naar Cuba geweest. Omdat Cuba meer is dan alleen het toeristenmekka Varadero hebben we vijf dagen een auto gehuurd en door het land getoerd.

Via de Circuito Norte zijn we richting Santa Clara gereden. Daar hebben we onder andere de Plaza de la Revolución bezocht. Hier staat het mausoleum van Che Chevara. De volgende dag via Cienfeugos, Aquada de Pasajeros en Colón weer terug naar Varadero. De dag erna zijn we naar Havana gegaan en daar geslapen in hotel Riviera. De volgende dag door naar Pinar del Río en San Luis waar we  onder andere een tabaksplantage hebben bezocht. Via San Antonio de los Baños , Quivicán, Melena del Sur, Güines en Union de Reyes weer terug naar Varadero.  De laatste dag dat we de auto hadden zijn we naar het nationaalpark Parkque Nacional Cienaga de Zapata gereden waar we het indianendorp Guamá aan de Laguna del Tesoro hebben bezocht. Na het eten van een heerlijke sandwich in het verlaten Playa Larga weer terug naar Varadero.

Wat ik van het land vind? Je waant je weer terug in de jaren 50. Oude Chevy’s, paard en wagen, ossen met een ploeg er achter om het land te bewerken. Je kunt het je bijna niet meer voorstellen. En dan de vele in verval geraakte gebouwen, de gesloten fabrieken en de hoge werkloosheid. Een Cubaan vertelde ons dat er maar twee dingen in Cuba goed zijn geregeld: de medische zorg en het onderwijs. De rest is een puinhoop. Ik ben bang  dat het na het te zijner tijd overlijden van Fidel Castro nog lang gaat duren voordat het land weer op niveau is.